Organes sexuels internes de la femme

Les organes sexuels se trouvant à l’intérieur du corps d’une femme (les organes sexuels internes) sont :

  • le vagin ;
  • le col de l’utérus ;
  • l’utérus ;
  • les trompes de Fallope ;
  • les ovaires.

La femme possède aussi des muscles du plancher pelvien (périnée) au fond du ventre. Ce ne sont pas des organes sexuels, mais ils sont importants pour le bien-être sexuel et le plaisir sexuel de la femme.

Femme debout. L’attention porte sur les organes sexuels internes.
Femme debout. L’attention porte sur les organes sexuels internes.
Les organes sexuels internes d’une femme sont : 1. le vagin, 2. le col de l’utérus, 3. l’utérus, 4. les trompes de Fallope et 5. les ovaires.
Les organes sexuels internes d’une femme sont : 1. le vagin, 2. le col de l’utérus, 3. l’utérus, 4. les trompes de Fallope et 5. les ovaires.

Vagin

Le vagin est un passage en forme de tube menant de l’extérieur du corps à l’entrée de l’utérus (col). Il fait environ 10 cm de profondeur.

Le vagin présente des parois élastiques proches l’une de l’autre. Ces parois peuvent se contracter (ce qui réduit l’ouverture) ou se relâcher.

Au cours de ses règles, une femme perd du sang par le vagin.

À l’entrée du vagin, on trouve l’hymen, une fine membrane souple.

Pendant un rapport sexuel, le pénis entre dans le vagin (pénétration).

Lors d’un accouchement naturel, les bébés naissent par le vagin.

Col de l’utérus

Le col de l’utérus est un passage menant du vagin à l’utérus.

Généralement fermé, le col de l’utérus s’ouvre pendant l’accouchement.

Il est préférable qu’une femme ait un frottis du col de l’utérus après l’âge de 25 ans si elle a déjà eu des relations sexuelles (rapport sexuel). Ce frottis sert à découvrir des maladies telles que le cancer du col de l’utérus ou des infections sexuellement transmissibles (IST), telles que le VPH (virus du papillome humain).

Utérus

L’utérus a la taille et la forme d’une poire à l’envers.

L’utérus se développe au cours de la grossesse, en même temps que le bébé. Après l’accouchement, l’utérus retrouve sa taille normale.

Trompes de Fallope

La femme possède 2 trompes de Fallope, une de chaque côté de l’utérus.

Une trompe de Fallope emmène un ovule de l’ovaire à l’utérus.

Ovaires

La femme possède 2 ovaires. Chaque ovaire est relié à une trompe de Fallope.

Les ovaires stockent les ovules de la femme. Cette dernière avait déjà tous ses ovules à sa naissance.

L’ovaire a la taille d’une fraise.

Les ovaires sont d’importants producteurs d’hormones féminines. Ces hormones influencent par exemple la peau et les os, et elles indiquent au corps comment se préparer à la grossesse. Pendant la ménopause, le manque de ces hormones peut causer des sautes d’humeur et des bouffées de chaleur.

Inwendige geslachtsdelen van de vrouw

De geslachtsdelen binnenin het lichaam van de vrouw (inwendige geslachtsdelen) zijn: 

  • vagina;
  • baarmoederhals;
  • baarmoeder;
  • eileiders;
  • eierstokken.

De vrouw heeft ook bekkenbodemspieren onderaan in haar buik. Het zijn geen geslachtsdelen maar ze zijn belangrijk voor het seksueel welzijn en seksueel plezier van de vrouw. 

Vrouw rechtopstaand. De focus ligt op de inwendige geslachtsdelen.
Vrouw rechtopstaand. De focus ligt op de inwendige geslachtsdelen.
De inwendige geslachtsdelen van de vrouw zijn: 1. vagina, 2. baarmoederhals, 3. baarmoeder, 4. eileiders, 5. eierstokken.
De inwendige geslachtsdelen van de vrouw zijn: 1. vagina, 2. baarmoederhals, 3. baarmoeder, 4. eileiders, 5. eierstokken.

Vagina

De vagina is een buisvormige doorgang die van de buitenkant van het lichaam naar de ingang van de baarmoeder (baarmoederhals) leidt. De vagina is ongeveer 10 cm diep.

De vagina heeft elastische wanden die dicht bij elkaar liggen. De wanden kunnen zich opspannen (waardoor de opening smaller wordt) of ontspannen. 

Tijdens de menstruatie verliest de vrouw bloed via haar vagina.  

Aan de ingang van de vagina bevindt zich het maagdenvlies, een soepel randje huidweefsel. 

Bij geslachtsgemeenschap gaat de penis in de vagina (penetratie). 

Baby’s worden geboren langs de vagina bij een natuurlijke bevalling.

Baarmoederhals

De baarmoederhals is de doorgang die van de vagina naar de baarmoeder leidt. 

De baarmoederhals is gewoonlijk gesloten en opent zich tijdens de bevalling

Een vrouw laten het best een uitstrijkje nemen van de baarmoederhals vanaf 25 jaar als ze al seks (geslachtsgemeenschap) heeft gehad. Dit uitstrijkje dient om ziekten, zoals baarmoederhalskanker, of seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's), zoals HPV, te vinden.

Baarmoeder

De baarmoeder heeft de vorm en de grootte van een omgekeerde peer. 

De baarmoeder groeit tijdens de zwangerschap samen met de baby. Na de bevalling krijgt de baarmoeder haar normale grootte terug.

Eileiders

De vrouw heeft 2 eileiders, een aan beide kanten van de baarmoeder. 

Een eileider transporteert een eicel van de eierstok naar de baarmoeder. 

Eierstokken

De vrouw heeft 2 eierstokken. Elke eierstok is verbonden met een eileider. 

De eierstokken bewaren de eicellen van de vrouw. Wanneer een vrouw wordt geboren, heeft ze reeds al haar eicellen. 

Een eierstok heeft de grootte van een aardbei. 

Een eierstok produceert vrouwelijke hormonen. Deze hormonen hebben een invloed op onder meer de huid en de botten en geven het lichaam een signaal om zich op een zwangerschap voor te bereiden. Tijdens de menopauze kan een tekort aan hormonen stemmingswisselingen en opvliegers veroorzaken.

Besoin d’informations complémentaires ou d’aide ?

Médecin de famille
Vous pouvez parler à un médecin de famille de presque toutes les questions intimes. Si nécessaire, le médecin de famille peut vous envoyer vers un professionnel de santé spécialisé. Trouvez un médecin de famille dans votre quartier :
Centre de santé communautaire (wijkgezondheidscentrum)
Au lieu de consulter un médecin de famille, vous pouvez aller dans un centre de santé communautaire. Trouvez un centre de santé communautaire dans votre quartier :
Gynécologue
En Belgique, vous pouvez prendre rendez-vous directement auprès d’un(e) gynécologue sans l’orientation de votre médecin de famille. Toutefois, votre médecin de famille peut vous aider à trouver un(e) gynécologue.