Embryon

Ovule fécondé se développant dans l’utérus de la mère. On l’appelle embryon au cours des 3 premiers mois de grossesse, puis on l’appelle fœtus.

Embryo

Bevruchte eicel die groeit in de baarmoeder. Tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap is het een embryo, daarna wordt het een foetus genoemd.